Pamban beach

Foto: Dietmar Temps.

Verborgen tevoorschijn in het blauw

Van zee, hemel en visnet

Op het strand van Pamban

Waar ze nog vissen als ze leven

En leven als ze vissen

De Indira Gandhi brug toeristen verwelkomt voor een plaatje

Betonnen en ijzeren wegen samensmelten tot hun maatje

De gladde huiden de ruwe rotsen verbergen

Onder hun getaandheid en onder de blauwe zee

Verborgen het lijden van toen

De Shiva goden van Ramanathaswamy waren ingeslapen

En de Rameswaram cycloon langskwam om de trein te zoenen

Twee dagen voor Kerstmis om middernacht

Werd Dhanushkodi een spookstad in India

Waar mensen en treinen vergingen

Toen de staart van 1964 een slachtpartij beging

Arrivederci 2018

Vanavond is het feest.

Want de oude man is er geweest.

2018 met zijn lange baard.

Krijgt nu eindelijk zijn staart.

2018 liep met een zo grote rotvaart.

Wat rest zijn nog enkele uurtjes aan de open haard.

Op een grote tafeldis staat allemaal eten, echt niet mis.

Cadeautjes geven, zoentjes delen.

Pakjes groen, geel, rood, ach, zo velen.

2018 krijgt nu echt het schijt.

Het is 1 januari 2019 die ons nu bevrijdt.

Vriend de vogel

Oh vogel, klein, maar fijn.

Zoudt gij vandaag mijn vriendje willen zijn?

Gij met uwe grote staart.

Wat kost dat ding, wat is het u waard?

Oh vogel, klein maar fijn.

Zoudt gij vandaag mijn vriendje willen zijn?

Ik ben jaloers op uwe staart.

Hij is nog langer dan die van een paard.

Van waar hebt gij al die vederen vergaart?

Ze geven u schoonheid, kracht en zoveel vaart.

Ach, gij schrijverke, ik stond vanmorgen op.

Ik had opeens twee pluimpjes op mijne kop.

Waarom met al uw wijsheid zegt ge daar niets van?

Met uw intelligentie zoals water in een kan.

Nee, gij kijkt alleen naar mijne staart.

En vraagt mij constant ‘wat is hij waard?’

Ik zal u zeggen heel stil en fijn.

Wat mijn pluimenstaart waard zal zijn.

Hij is nog minder waard dan klei.

Maar vooral, hij is en blijft van mij!

Kijken naar mijn staart mag je oh zo veel.

Maar betalen en krijgen is niet uwe deel.

Dag schrijverke, zeg, tot ziens ik vlieg nu weg.