Ze verdween

Foto: Hans Polet.

Ze verdween

zoals alleen schoonmoeders kunnen verdwijnen

uit een witgekalkt huis aan die drukke steenweg

in een Oost-Vlaams Scheldedorp

waar ze ooit oud dacht te worden met de echtgenoot.

De tijd besliste er anders over.

De man had al een decennium de aarde verlaten,

tien jaar nadat hun volkscafé de laatste gasten ontving

en het huis werd gefacelift door een zoon en schoonzoon,

die zich genesteld hadden onder moeders paraplu.

Dat schoonmoeder naar de Emiraten moest reizen

om een West-Vlaming te ontmoeten, zou niemand geloven.

En zoals de radius vergrootte,

verruimde ook het blikveld van de schoonmoeder,

die het huis verliet om in een appartement te wonen,

honderden meters verder, een hele afstand,

om enkele bakstenen te herleggen, zowaar.

Autisme Storm.

Dromen

Foto: яғ ★ design op Flickr.com.

Dromen van de dag

Dat wolken nog bewogen

En mij voortsleepten naar morgen

Toen de koffie nog heet werd gedronken

Zoeken naar de dag

Dat de bloemen nog kleurden

Door aan potlood hangende kinderen

Toen de klas nog een school met meester was

Vergeten die dag

Dat knuffelen nog mocht

Door lichamen te laven met wisselende contacten

Toen de wereld ons dorp was

Begraven die dag

Van bubbels in glazen

Onze agenda een bibliotheek

En we dansten op het ritme van de regen

Hoop op een dag

Dat we opnieuw lachen met nonkel Atsjoem

Vakantie weer reizen naar ver weg is

En muggen onze enige tegenpartij

Autisme Storm.

Opnieuw schuilen

Foto: Thomas Noriega.

Ik rook de jasmijn van jou oksels

Ik zag de schaduw van jou voelsprieten

Ik voelde het trillen van jou neusharen

Ik proefde het zout van jou adem

Ik hoorde het fluisteren van jou rode bloedcellen

Maar de afstand bleef enorm

Grand canyons ver weg

Eeuwen van tijd

Vervlogen verdampte hersenspinsels

Toen er geen eind aan kwam

Wij de wereld in onze achterzak staken

Het seizoen op de kalender noteerden

Plannen zekerheden waren

Vragen overschilderd werden met tipex

Goden nog bij Romeinen en Grieken hoorden

En wachtrijen in communistische supermarkten

Wij mondkapjes op de brandstapel gooiden

Ebola was opgelost en China nog rijk

Virussen nog drie en één Rus waren

Een knuffel banaal werd

En een bezoek te veel

Reizen een plicht

En een blanco agenda geen zicht

Kon ik maar opnieuw schuilen

In die wereld van voorheen

Omarmen wat nog overblijft

En het anders doen

Gewoon doen…

Autisme Storm.

Toen… herinneringen

Foto: Simon Sonnenblume.

Er was een tijd toen de aarde nog een ronde bol was

En niemand sprak over een piek of iets afvlakken

En je creativiteit niet werd gefnuikt

Door Corona doden en statistieken

Je nog vrij en zorgeloos kon rondlopen

Zonder afstanden of meters te tellen

Te wachten op mondkapjes uit China

En toestellen om weer op adem te komen

Toen mensen nog gewoon stierven in rusthuizen

Omdat ze gewoon oud werden

Toen we nog niet terecht kwamen in Whatsapp groepjes

En overstelpt werden met onzedelijke filmpjes

En met dwaze informatie onze handen wasten

Van mensen die ons eigenlijk geen knijt interesseren

En het geklaag van onderwijspersoneel die voor het eerst werken

Want dat waren ze nooit gewoon

Met als enige voordeel dat we dit jaar

Niet naar dat bekakte Songfestival moeten kijken

En eindelijk ademruimte vinden in onze agenda

Eindelijk de vakantiefoto’s van de voorbije zes reizen bekijken

Waarvan we al lang niet meer weten welke foto waarbij hoort

De enige open parken zijn autostrades geworden

Van ontregelde mensen en psychopaten

Die zich verbazen over hun eigen spiegel

Van agenten die niet langer op boeven jagen

Maar op alles wat sociaal in de omgang is

Van regels die vloeien uit een gewond dier

En schreeuwen in een donkere nacht

En stiltes die liggen te wachten op een begrafenis

Waarbij zelfs vier kaartspelers te veel zijn

Omdat we leven in andere tijden

Met zekerheden die pootje gelapt zijn

Met conflicten die verengen in tijd en ruimte

Exploderen in de woonkamer

Ontgroenen in de supermarkt

Tot niemand nog de moed kan vinden

Om de dag van gisteren toe te dekken

En het bed vandaag weer op te maken

Autisme Storm.

Ik ben een fooraap

Ik ben een fooraap. Elk weekend naar een andere kermis.

Van het ene dorp naar het andere dorp.

Altijd maar heen, altijd maar terug.

Altijd maar reizen van de ene kermis naar de andere.

Het lachen is mij al lang vergaan.

De belletjes rond de nek van de fooraap klinken triest en dof.

De lach veranderde in een droeve snoet.

De kinderen lachen, de kinderen zijn blij.

Maar de fooraap, die lacht niet mee.

Het lachen is hem al lang vergaan.

Elk weekend reizen, elk weekend weg.

Het leek zo mooi, maar hij heeft het nu wel gehad.

Hij wil weer thuis op de schouw.

Niet dat de kinderen niet vriendelijk zijn tegen hem.

Ze lachen, ze zijn blij, maar de fooraap ziet het niet meer.

Waar gaat hij volgend weekend weer naartoe.

Een nieuwe kermis, een nieuwe stad, een nieuw verhaal, allemaal hetzelfde en allemaal anders.

Altijd joelende, luidruchtige kinderen.

Altijd drukte, overal flinkerende lichten, harde muziek, duizenden stemmen door elkaar in elk een andere taal, elk een ander verhaal.

De aap is moe. Hij heeft elke kerktoren gezien.

Elk kind, elke ouder, elk kleedje van moeder, elke pantalon van vader.

Elk dorp, weer heen, weer terug, weer opstellen, weer afbreken.

De aap kijkt langs hen door. De aap kijkt weg.

Zijn vertrouwde plaats op de schouw is weg.

Hij moet maar door. Hij moet steeds verder.

Kermis hier, kermis daar. Hij haalt alle gezichten door elkaar.

In elk dorp een kerk, een pastoor en een koer, een school en een paard van de melkboer.

De tijd is zo lang blijven stil staan.

Bij de kermis in Marrakesh. Dat was nogal wat.

Van de andere kermissen herinnert de fooraap zich niets meer. Altijd heen, altijd terug.

De dorpen lopen door elkaar. Als vlekken op een trui.

Donderdag, maandag, woensdag, weet ik veel.

Andere dag, dag voordien, dag nadien, dag verdwenen, dag erbij, dag opnieuw, dagen vooruit, dagen terug… 26 8 6 14 31 2 11 9.

Cijfers als spoken door de nacht. Linksboven, rechtsonder, vooruit, achteruit. Met twee, met drie.

Weer heen, weer terug, weer daar, is het waar?

Hoofd is vol, hoofd moet leeg.

Geen mens weet hoe zwaar hij het heeft.

De fooraap moet elk weekend mee, van in Lotharingen tot aan de zee.

Honderden lichten, zilver, groen en rood, dansen als kwelduivels hun eigen dans in de nacht.

Cijfers nemen hun rollercoaster. De 9, 1, 2, 3 willen van voren staan. De fooraap ziet ze allen tezamen.

Cijfers met krullen willen altijd gans vooraan.

De 3, de 9, de 2, de 8. En de 1 op een zielenpoot. Cijfers blijf toch staan! Ik wil jullie niet allemaal samen zien.

Kleuren blijf stabiel, ik hoef geen heel pallet te zien.

Dagen blijf gewoon. Geen brugdag, geen feestdag, doe gewoon!

Piramide, balk, rechthoek, vierkant, trapezium, cirkel.

Blijf toch in de wiskundeles bij meester Kris of bij juffrouw Sonja, n’importe qui, maar achtervolg mij niet.

Stappen, lopen, slenteren op de kermis in dit avond. Dorp na dorp dezelfde kerk.

Maar zoveel kabaal, alle kinderen hun eigen verhaal.

De aap wil rust, even niet op de kermis staan.

Maar achter in de klas, waar het altijd fijn was.

Hoe vriendelijk de kinderen ook zijn. De fooraap ziet hetzelfde verhaal.

Van Malika, de vader, de kermis in Marrakesh. De andere kermissen zijn verdwenen.

Autisme Storm.

Hond reist met de trein

Een hond niet aan de lijn. Vond zijn vrijheid zo fijn.

Sprong op de trein. Van Helmond naar Eindhoven.

Maar zijn baasje ging hem geen straf beloven.

De hond reist voortaan in eerste klas.

Met een correct ingevulde railpass.

Hij voelt zich nu in zijn sas.

En zal voortaan met zijn baasje lopen in dezelfde pas.

Autisme Storm.